Staatsblad 26-09-2003

KB exploitatiebeperking Bxl Nationaal

Publicatie : 2003-09-26

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

25 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van exploitatiebeperkingen op de luchthaven Brussel-Nationaal

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart, inzonderheid op de artikelen 2 en 5;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.780/2/V, gegeven op 19 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 2 april 2003;

Overwegende dat het begrip « evenwichtige aanpak » omschreven in resolutie A33/7 die werd goedgekeurd door de 33ste algemene vergadering van ICAO een zorgvuldige evaluatie vereist van de verschillende, mogelijke maatregelen om lawaaihinder te verminderen, inclusief beperking van het vliegtuiglawaai bij de bron, maatregelen in de sfeer van ruimtelijke ordening, operationele procedures voor lawaaibestrijding en exploitatiebeperkingen;

Overwegende dat de luchthaven Brussel-Nationaal, waar per kalenderjaar meer dan 50000 vliegbewegingen plaatsvinden, beantwoordt aan de definitie van luchthaven zoals vastgesteld in de richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap, en daarom onderworpen is aan de bepalingen ervan;

Overwegende dat de instelling van een reglementair kader noodzakelijk is voor de invoering van exploitatiebeperkingen ter vermindering van de lawaaihinder veroorzaakt door het luchtverkeer op Brussel-Nationaal;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

1° civiel subsonisch vliegtuig : civiel subsonisch straalvliegtuig met een gecertificeerde maximum-startmassa van 34000 kilogram of meer of met een gecertificeerde maximumcapaciteit voor het betrokken vliegtuigtype van meer dan 19 stoelen, de uitsluitend voor de bemanning bestemde stoelen niet meegerekend;

2° marginaal conform luchtvaartuig : civiel subsonisch straalvliegtuig dat voldoet aan de geluidsnormen, zoals vastgesteld in boekdeel 1, deel II, Hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, met een cumulatieve marge van niet meer dan 5 EPNdB (Effectieve Perceived Noise in decibels - effectief waargenomen geluid in decibel), waarbij de cumulatieve marge de in EPNdB uitgedrukte waarde is die wordt verkregen door het bij elkaar optellen van de individuele marges (d.i. de verschillen tussen het gecertificeerde geluidsniveau en het maximaal toegestane geluidsniveau) op elk van de drie referentiegeluidsmeetpunten zoals omschreven in boekdeel 1, deel II, Hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart ondertekend op 7 december 1944 te Chicago;

3° exploitatiebeperking : met de geluidssituatie samenhangende maatregel waarbij de toegang van civiele subsonische straalvliegtuigen tot de luchthaven Brussel-Nationaal wordt beperkt of teruggebracht. Daaronder vallen :

- ofwel exploitatiebeperkingen die gericht zijn op de uitdienstneming van marginaal conforme vliegtuigen;

- ofwel partiële exploitatiebeperkingen, die de exploitatie van civiele subsonische straalvliegtuigen in bepaalde tijdsperiodes inperken;

4° evenwichtige aanpak : aanpak die de beschikbare maatregelen bestudeert om de geluidsproblematiek op de luchthaven Brussel-Nationaal aan te pakken, namelijk het te verwachten effect :

- van beperkingen van het vliegtuiglawaai bij de bron;

- van operationele procedures voor lawaaibestrijding;

- van exploitatiebeperkingen;

- van de weerslag van maatregelen in de sfeer van ruimtelijke ordening; 5° de minister : de minister bevoegd voor de luchtvaart.

HOOFDSTUK II. - Algemeenheden

Art. 2.

Dit besluit beoogt de tenuitvoerlegging van de richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap.

Art. 3. De minister volgt voor de geluidsproblematiek op de luchthaven Brussel-Nationaal een evenwichtige aanpak.

HOOFDSTUK III. - Exploitatiebeperkingen

Art. 4. De exploitatiebeperkingen worden beslist door de minister volgens de voorwaarden van dit besluit.

Art. 5.

§ 1. Bij het overwegen van exploitatiebeperkingen houdt de minister rekening met de te verwachten kosten en baten van de diverse ter beschikking staande maatregelen alsook met de specifieke kenmerken van de luchthaven Brussel-Nationaal.

§ 2. De krachtens dit besluit genomen maatregelen of combinaties van maatregelen mogen niet restrictiever zijn dan noodzakelijk is om de voor de luchthaven Brussel-Nationaal vastgestelde milieudoelstelling te halen. Zij mogen evenmin discriminerend zijn op grond van de nationaliteit of identiteit van luchtvaartmaatschappijen of fabrikanten van luchtvaartuigen.

§ 3. Exploitatiebeperkingen, gebaseerd op de operationele prestaties, berusten op het geluidsniveau van het luchtvaartuig, vastgesteld volgens de certificeringsprocedure van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel I, derde uitgave (juli 1993.)

Art. 6.

§ 1. Bij de besluitvorming inzake exploitatiebeperkingen wordt er rekening gehouden met de in de bijlage bij dit besluit gespecificeerde informatie, voorzover dat voor de betrokken exploitatiebeperkingen en de kenmerken van de luchthaven Brussel-Nationaal, passend en mogelijk is.

§ 2. Het eerste lid is niet van toepassing op :

a) exploitatiebeperkingen waartoe reeds was besloten op 28 maart 2002;

b) minieme technische wijzigingen in partiële exploitatiebeperkingen die geen significant kosteneffect hebben voor de luchtvaartondernemingen en die na 28 maart 2002 zijn aangebracht.

HOOFDSTUK IV. - Exploitatiebeperkingen gericht op de uitdienstneming van marginaal conforme luchtvaartuigen

Art. 7.

§ 1. De exploitatiebeperkingen gericht op de uitdienstneming van marginaal conforme luchtvaartuigen respecteren de volgende regels :

1° zes maanden na de publicatiedatum van de exploitatiebeperkingen begint een periode van zes maanden te lopen waarin geen uitgebreider luchtdiensten dan die onderhouden tijdens de overeenstemmende periode van het vorige jaar mogen worden uitgevoerd op de luchthaven Brussel-Nationaal met marginaal conforme luchtvaartuigen;

2° minimaal twaalf maanden na de publicatiedatum van de exploitatiebeperkingen, moet iedere exploitant het aantal bewegingen van zijn marginaal conforme luchtvaartuigen, die worden gebruikt op Brussel-Nationaal, verminderen in een jaarlijks tempo gelijk aan 20 % van het aanvankelijke, totale aantal bewegingen.

§ 2. De publicatie van de exploitatiebeperkingen bevat een uiteenzetting van de redenen die aan de grondslag ervan liggen rekening houdend met de relevante elementen van de evenwichtige aanpak.

§ 3. Een termijn van minimum twee maanden wordt in acht genomen tussen de publicatie van deze beperkingen en de dienstregelingsconferentie betreffende het seizoen waarin die beperkingen van toepassing zullen worden.

HOOFDSTUK V. - Vrijstellingen

Art. 8. Marginaal conforme luchtvaartuigen die zijn ingeschreven in de registers van ontwikkelingslanden worden tot 28 maart 2012 vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van artikel 7, mits :

1° dergelijke luchtvaartuigen, waaraan een geluidscertificering is verleend op grond van de normen van boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, op de luchthaven Brussel-Nationaal vlogen tussen 1 januari 1996 en 31 december 2001 (« de referentieperiode »), en

2° deze luchtvaartuigen gedurende de referentieperiode voorkwamen in het register van het betrokken ontwikkelingsland en dat zij bij voortduring door een in dat land gevestigde natuurlijke of rechtspersoon worden geëxploiteerd.

Art. 9. De minister of zijn gemachtigde mag toestaan dat op de luchthaven Brussel-Nationaal tijdelijk gebruik wordt gemaakt van marginaal conforme luchtvaartuigen, die op grond van andere bepalingen van dit besluit niet mogen worden geëxploiteerd.

Deze vrijstelling is beperkt tot :

1° luchtvaartuigen waarvan de exploitatie zo uitzonderlijk van aard is dat het niet redelijk zou zijn daarvoor geen tijdelijke vrijstelling te verlenen;

2° luchtvaartuigen die niet-commerciële vluchten uitvoeren met het oog op wijzigings-, herstellings- of onderhoudswerkzaamheden.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11. Onze Minister belast met de luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Vathy, 25 september 2003.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Mobiliteit,

B. ANCIAUX

Bijlage

1. Huidige inventarisatie

1.1. Een beschrijving van de luchthaven, inclusief informatie over de capaciteit, locatie en omgeving daarvan, alsook over het volume en de samenstelling van het luchtverkeer en verdeling over start/landingsbanen. 1.2. Een beschrijving van de milieudoelstellingen voor de luchthaven en de nationale context.

1.3. Details over de geluidscontouren voor het lopende en de vorige jaren, inclusief een evaluatie van het aantal mensen dat last heeft van vliegtuiglawaai. Beschrijving van de voor de ontwikkeling van de contouren gebruikte rekenmethode.

1.4. Een beschrijving van de reeds getroffen maatregelen ter vermindering van vliegtuiglawaai : onder andere informatie over maatregelen in de sfeer van de ruimtelijke ordening :

programma's voor geluidsisolatie;

operationele procedures zoals PANS-OPS;

beperkingen zoals geluidsgrenswaarden,

beperking/verbod op nachtvluchten;

geluidsheffingen;

preferentieel baangebruik,

uit geluidsoogpunt aanbevolen routes/vliegbaanbewaking en geluidsmetingen.

2. Prognose wanneer geen nieuwe maatregelen zouden worden getroffen.

2.1. Beschrijving van (eventuele) ontwikkelingen op de luchthaven die reeds zijn goedgekeurd en in de planning zijn opgenomen, bijvoorbeeld capaciteitsverhoging, uitbreiding van start- en landingsbanen en/of de terminal, alsook de verwachte toekomstige verkeerssamenstelling en geraamde groei.

2.2. In geval van uitbreiding van de luchthavencapaciteit, de aan die extra capaciteit verbonden voordelen.

2.3. Een beschrijving van het effect op de geluidssituatie wanneer geen verdere maatregelen worden genomen, alsook van het effect van de reeds geplande maatregelen ter verbetering van de geluidssituatie over dezelfde periode.

2.4. Prognose geluidscontouren, inclusief een evaluatie van het aantal mensen dat waarschijnlijk last zal hebben van vliegtuiglawaai, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen bestaande en nieuw te bouwen woonwijken. 2.5. Evaluatie van de consequenties en mogelijke kosten van het uitblijven van maatregelen ter beperking van het effect van een eventueel verwachte geluidstoename.

3. Evaluatie van bijkomende maatregelen.

3.1. Schets van de ter beschikking staande bijkomende maatregelen, als onderdeel van de verschillende opties genoemd in artikel 4, lid 1, en, in het bijzonder, opgave van de belangrijkste redenen voor de keuze daarvan. Beschrijving van de voor verdere analyse geselecteerde maatregelen en informatie over de aan de invoering daarvan verbonden kosten; het aantal mensen dat er naar verwachting baat bij zal hebben en het tijdschema; een rangschikking van specifieke maatregelen naar algemene effectiviteit.

3.2. Evaluatie van de kosteneffectiviteit of de kosten/batenverhouding van de invoering van specifieke maatregelen, rekening houdend met de sociaal economische effecten van die maatregelen op de gebruikers van de luchthaven : exploitanten (passagiers- en goederenvervoer); reizigers en plaatselijke gemeenschap.

3.3. Een overzicht van de mogelijke milieu- en concurrentie-effecten van de voorgestelde maatregelen op andere luchthavens, luchtvaartmaatschappijen en andere belanghebbende partijen.

3.4. Redenen voor de keuze van de optie waaraan de voorkeur is gegeven.

3.5. Niet-technische samenvatting.

4. Relatie tot de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai [COM (2000) 468].

4.1. Wanneer geluidsbelastingkaarten en actieplannen als bedoeld in de richtlijn omgevingslawaai zijn opgesteld, zullen deze worden gebruikt voor het verstrekken van de in deze bijlage vermelde informatie.

4.2. De evaluatie van blootstelling aan geluid (namelijk geluidscontouren en aantal mensen dat hinder ondervindt) zal worden uitgevoerd met gebruikmaking van ten minste de gemeenschappelijke geluidsbelastingsindicatoren Lden and Lnight zoals omschreven in de richtlijn omgevingslawaai, voor zover beschikbaar.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 september 2003 tot vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van exploitatiebeperkingen op de luchthaven Brussel-Nationaal.

ALBERT Van Koningswege :

De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX