Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven

Van dinsdag 18 maart 2003 10:07 uur

INHOUD

Samengevoegde interpellaties van
- de heer Hans Bonte tot de eerste minister over "de uitvoering van het nachtvluchtenakkoord van 24 januari 2003" (nr. 1613)
- mevrouw Els Van Weert tot de eerste minister over "de uitvoering van het nachtvluchtenakkoord van 24 janauri 2003" (nr. 1615)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister over "de uitvoering van het luchthavenakkoord van 24 januari 2003" (nr. 1619)
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister over "het nachtvluchtenakkoord" (nr. 1621)
- de heer Willy Cortois tot de eerste minister over "de uitvoering van de nachtvluchtenakkoord van 24 januari 2003" (nr. 1623)
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister over "de nachtvluchten" (nr. 1624)
- de heer Lode Vanoost tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de problematiek van de nachtvluchten" (nr. 1627)

Sprekers: Hans Bonte, Els Van Weert, Bart Laeremans, Frieda Brepoels, voorzitter van de VU&ID-fractie, Willy Cortois, Simonne Creyf, Lode Vanoost, Guy Verhofstadt, eerste minister

De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.

(Het antwoord zal worden verstrekt door de eerste minister)

01.01 Hans Bonte (SP.A): Er is niet alleen het probleem van de nachtvluchten, er is ook het probleem-Durant. Inderdaad, de minister van Mobiliteit en Vervoer vertoont een pijnlijk gebrek aan openheid. Vorige week weigerde ze te antwoorden op vragen in commissie en nu blijkt dat ze ook de gegevens van de actiegroep uit de noordrand manipuleerde.
De premier is dus onze laatste strohalm. Hij moet ons uitsluitsel verschaffen over de uitvoering van het akkoord van 24 januari dat bepaalde dat de vluchten zouden uitwaaieren volgens bestemming, dat er ook een spreiding zou komen boven de noordrand en dat ook Brussel bij de spreiding zou worden betrokken. Minister Durant verhindert de uitvoering van dit akkoord. Zij zou zelfs stappen hebben gezet bij Belgocontrol om de spreiding van de hinder tegen te houden.
De hele zaak moet dringend worden aangepakt. Daarom wens ik van de premier te vernemen hoe ver het staat met de uitvoering van het akkoord van januari. Klopt het dat aan Belgocontrol een opdracht werd gegeven om te spreiden boven de noordrand, maar dat geen opdracht werd gegeven om ook routes boven Brussel uit te tekenen? Is er enige waarborg dat er binnenkort ’s nachts boven Brussel zal worden gevlogen?
Zijn er al voorstellen uitgewerkt in verband met de dagvluchten, die toch ook beter zouden worden gespreid? En wat gebeurde er al voor het lawaai-arm maken van de weekends?
Komen er nieuwe routes vóór 18 mei of is zulks technisch onmogelijk, zoals minister Durant beweert?

01.02 Els Van Weert (VU&ID): Ook ik heb mijn interpellatieverzoek tot de premier gericht, nadat ik vorige week elk vertrouwen in de bevoegde minister verloor. Minister Durant gaf toen een nietszeggend antwoord in commissie, waaruit evenwel duidelijk bleek dat ze niet van plan is het akkoord van 24 januari uit te voeren. Het akkoord is verre van perfect, maar het is een stap in de goede richting om tenminste iets te veranderen aan een onhoudbare situatie. Daarom reken ik erop dat de premier zich borg stelt voor de uitvoering ervan.
Waarom laat de uitvoering van het akkoord zo lang op zich wachten? Zijn er vertragingsmanoeuvres van minister Durant? Komt die uitvoering er nog vóór de verkiezingen?
Heeft Belgocontrol al nieuwe routes uitgetekend? Hoe zal men uitwaaieren? Werd Brussel bij de opdracht aan Belgocontrol betrokken?
Zijn er al concrete voorstellen over de weekendvluchten en de dagvluchten? Er zijn hierover engagementen van de premier. Met de zomer voor de boeg vreest men in de noordrand zeer veel geluidshinder.
Voor ons is het duidelijk: minister Durant kan niet op post blijven na het gebrek aan openheid dat ze vertoonde en na haar pertinente onwil om het dossier van de nachtvluchten objectief te onderzoeken. Een minister die akkoorden naast zich neerlegt en die de bevolking misleidt, hoort niet thuis in de regering.

01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De concrete aanleiding voor deze interpellatie is de weigering van minister Durant om het akkoord van 24 januari 2003 over de deconcentratie van de nachtvluchten uit te voeren en de schandelijke manier waarop ze de leden van de commissie voor Infrastructuur heeft behandeld die haar hierover vorige week wilden ondervragen. Maar er is natuurlijk meer aan de hand.
Uit het rapport van de werkgroepen ProBru en Daedalus, een rapport dat minister Durant steeds heeft geweigerd te overhandigen aan de Kamer, blijkt hoe amateuristisch en op basis van willekeurige criteria het beleidsvoorbereidend werk om te komen tot de concentratie van de nachtvluchten is gebeurd. Er werd geen rekening gehouden met gezondheidsnormen of een coherent hindermodel. Al bij voorbaat stond vast dat de noordrand alle hinder van de nachtvluchten en weekendvluchten zou moeten verwerken, dit niet op basis van objectieve criteria, maar om andere regio’s te ontzien. Een vertegenwoordiger van de regering zou letterlijk hebben gezegd dat aan begin van startbaan 20 aan de oostrand ‘belangrijke mensen wonen die moeten worden gespaard’. Om wie zou het hier dan wel gaan? Alleen om kabinetschef Coene?
Uit het rapport van de werkgroepen blijkt ook duidelijk dat het hier niet om geheime vergaderingen op het kabinet-Durant ging, maar dat bij de gesprekken steeds een vertegenwoordiger van minister Daems aanwezig was en dat de verslagen werden doorgezonden naar de diensten van de eerste minister. Men wist dus wat er aan de gang was sinds 2001. Toch heeft men in juni 2002 het nefaste akkoord collectief goedgekeurd. De hele regering heeft duidelijk gefaald in dit dossier, wat te wijten is of aan het gebrek aan bekwame medewerkers die de rapporten kunnen analyseren, of aan een desinteresse voor het lot van de mensen die in de noordrand van Brussel wonen.
De federale regering slaagt er niet in om het akkoord van 24 januari 2003 te doen uitvoeren, al is het nog zo beperkt. De drie nachtvluchten boven Brussel zouden er al zeker niet voor de verkiezingen komen. Wat daarna zal gebeuren, weet natuurlijk niemand. Van een billijke spreiding is manifest geen sprake. De uitwaaiering gebeurt pas in Meise, tot daar blijft alles geconcentreerd. De regering blijft op deze manier kiezen voor het betonneren van de routes; de isolatie van de woningen is daarvan het bewijs.
Minister Durant heeft alles gedaan om het akkoord van 24 januari 2003 te saboteren. Haar gedrag in de Kamercommissie voor Infrastructuur vorige week was ronduit beschamend. Het is duidelijk dat zij niet langer een loyale minister van deze regering kan worden genoemd. Ik vraag de premier daarom om haar de laan uit te sturen en zelf te zorgen voor een billijke spreiding van de nachtvluchten. Hij moet tevens duidelijkheid scheppen over de dagvluchten, waarover het akkoord van 24 januari zeer vaag is. Het rapport van de werkgroepen toont aan dat een concentratie van de dagvluchten zou leiden tot de onleefbaarheid van sommige delen van de noordrand.
De bevolking begrijpt er in elk geval niets meer van en weigert nog langer in onzekerheid te leven. Op 18 mei zal ze hiervoor de rekening voorschotelen aan deze regering.

01.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik hoorde net op het radionieuws van 10 uur dat minister Durant het akkoord van 24 januari 2003 onverkort zal uitvoeren, dat de nieuwe routes voor 15 mei in gebruik zullen worden genomen en dat de minister akkoorden zal afsluiten met DHL over de weekendvluchten.

De voorzitter: De berichten van Belga werden hier zopas in de commissie rondgedeeld.

01.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Het is de voorbije weken duidelijk geworden dat het akkoord van 24 januari 2003 niet wordt uitgevoerd. Eerste minister Verhofstadt nam zelf het initiatief om alle betrokkenen tot spoed aan te manen, maar hij werd teruggefloten door zijn minister van Mobiliteit. Zij heeft het bereikte akkoord de voorbije weken verschillende keren tegengesproken en kwam zelfs terug op de gemaakte afspraken.
Haar houding in de commissie voor Infrastructuur van vorige week kwam daarom niet echt als een verrassing, maar was werkelijk onaanvaardbaar. Tot driemaal toe stelde de heer Cortois haar een vraag die ze weigerde te beantwoorden. Ook de SP.A-ministers Vande Lanotte en Vandenbroucke lieten al weten het niet met de handelwijze van minister Durant eens te zijn. Het lijkt wel een soap, maar de realiteit blijft intussen een drama voor alle bewoners van de noordrand.
Het akkoord van 24 januari 2003 is nochtans slechts een eerste stap in de goede richting. Van een concentratiemodel zou naar een bestemmingsmodel worden overgestapt, maar daar is in de praktijk niets van te merken. De uitwaaiering gebeurt pas na een lange concentratiestrook. De nachtvluchten zijn nog steeds geconcentreerd, terwijl er van een weekendregeling, een model voor de dagvluchten of de aanstelling van een Vlaamse ombudsman nog steeds geen sprake is. Het principe ‘concentreren om daarna te isoleren’ wordt duidelijk nog steeds gehanteerd.
Ik vraag premier Verhofstadt daarom om minister Durant haar bevoegdheden in deze te ontnemen en de beloftes die hij op 4 februari aan de Kamer deed, waar te maken. Welke stappen zal de premier de volgende uren zetten om daadwerkelijk iets aan de situatie te doen?

01.06 Willy Cortois (VLD): In de vergadering van de Kamercommissie voor Infrastructuur van vorige week woensdag waren meerderheid en oppositie het erover eens dat de minister van Mobiliteit zich deloyaal gedraagt. Minister Durant bracht ook niet het minste respect op voor het recht van Kamerleden om vragen te stellen aan regeringsleden. Tot driemaal toe weigerde de minister een antwoord te geven. Uit het dossier van de burgeractiegroep blijkt bovendien dat het Parlement essentiële informatie werd onthouden. De vraag of minister Durant nog kan functioneren als lid van de regering is dan ook gerechtvaardigd.
Het akkoord van 24 januari 2003 berust op goede principes. Er zou worden gestreefd naar een spreiding en een uitwaaiering van de vluchten volgens hun bestemming. Maar het akkoord op zich is niet voldoende. Een maatschappelijk draagvlak voor de oplossing van het probleem van de nachtvluchten zal niet ontstaan door het opleggen van theoretische modellen, maar wel door rekening te houden met het gezonde verstand van de bevolking, die bereid is niet alleen de lusten, maar ook de lasten van de aanwezigheid van de luchthaven te dragen.
Het akkoord van 24 januari is een eerste stap in de goede richting en moet daarom worden uitgevoerd. Zal minister Durant daar loyaal aan meewerken? Krijgt de Kamer de garantie dat het akkoord daadwerkelijk zal worden uitgevoerd?

01.07 Simonne Creyf (CD&V): De eerste minister heeft in zijn rol als regeringsleider altijd de opendebatcultuur verdedigd, maar hij heeft ook altijd benadrukt dat alle ministers akkoorden loyaal moeten uitvoeren. Wat nu gebeurt in verband met de nachtvluchten, staat in schril contrast met deze afspraak. Minister Durant weigert pertinent een gesloten akkoord uit te voeren en een aantal van haar collega-ministers heeft haar daarvoor openlijk de wacht aangezegd.
De eerste minister heeft tot dusver de luchtvaartakkoorden altijd met veel verve verdedigd. Het wordt echter meer en meer duidelijk dat minister Durant de besluitvorming rond het concentratiemodel heeft gemanipuleerd. De recent vrijgegeven documenten van Daedalus tonen dit overduidelijk aan. Naar aanleiding van dit akkoord van 24 februari stuurde BIAC een nota naar de regering die wees op een sterke verhoging van het aantal gehinderde omwonenden bij een uitbreiding van de zogenaamde 'tour du Brabant'. Conclusie: de manipulatie van de minister van Mobiliteit gebeurde met medeweten van de eerste minister.
Het akkoord van 24 januari 2003, dat het concentratiemodel opgeeft en frequentie als een van de parameters van overlast invoert, werd - eens te meer - door de premier met veel vuur verdedigd, maar er wordt geen werk gemaakt van de concrete uitvoering. De premier probeert in te grijpen via het geven van instructies aan Belgocontrol, maar minister Durant houdt het been stijf en weigert de regeringsbeslissing uit te voeren. Minister Vandenbroucke - sinds kort lijsttrekker voor zijn partij in Brussel-Halle-Vilvoorde - dreigt met een crisis indien minister Durant de gemaakte afspraken weigert na te komen. In elk ernstig land had mevrouw Durant, van wie het nu vast staat dat zij in dit dossier gelogen en gemanipuleerd heeft, al lang ontslag moeten nemen. De eerste minister kiest voor een andere aanpak om de neuzen van zijn meerderheid opnieuw in dezelfde richting te krijgen. Het Belga-bericht dat hij vanochtend vroeg de wereld instuurde, is een duidelijke poging de toestand te ontmijnen.
Het Belga-bericht toont trouwens aan dat er nog altijd geen sprake is van een consequente uitvoering van het akkoord van 24 januari: de concentraties blijven behouden tot tien kilometer vanaf de opstijgende lijn. Dit betekent concreet dat er nog altijd geen sprake is van opstijgen in de richting van de bestemming en dat de concentratie minstens tot in Grimbergen behouden blijft. De routes over Brussel worden zelfs nog helemaal niet gepubliceerd.
Ondertussen mag de heer Bonte van zijn partij eens te meer een nummertje spierballenrollen opvoeren, om daarna weer braafjes zijn staart in te trekken.

01.08 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): En de eenvoudige motie mee te ondertekenen!

01.09 Simonne Creyf (CD&V): Ik kan de heer Bonte garanderen dat de veelgeplaagde bewoners van de noordrand ondertussen hun buik vol hebben van de spelletjes van de heer Bonte en zijn partij.
Mijn vraag aan de premier is dus heel eenvoudig: zal het akkoord van 24 januari onverkort worden uitgevoerd en binnen welke termijn zal dit gebeuren?

01.10 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Het Belga-bericht van vanochtend spreekt onder meer van een timing na de verkiezingen. Hoe kan de premier iets garanderen dat na de verkiezingsdatum valt? Welke institutionele spitstechnologie zal hiervoor uit de hoed worden getoverd?
Het compromis van het compromis dat nu uit de bus is gekomen, zal wellicht op bijzonder weinig enthousiasme kunnen rekenen vanwege minister Durant. Dit dossier is eigenlijk al van bij de aanvang in een verziekte sfeer terechtgekomen. De verantwoordelijkheid van de coalitiepartners mag niet uit het oog worden verloren. In de regionale pers van de noordrand wordt al geruime tijd een hetze gevoerd tegen minister Durant door middel van de centraal gedirigeerde dissidentie van de heer Bonte. Het is trouwens opvallend dat minister Vandenbroucke dit dossier pas ontdekt heeft nadat hij ten gevolge van de beslissing van het Arbitragehof als SP.A-lijsttrekker in Halle-Vilvoorde werd gedropt. Er staat zelfs niets over de problematiek van de nachtvluchten in het partijprogramma van de Vlaamse socialisten!
Het is duidelijk dat minister Durant in dit dossier haar werk moet doen, maar ondertussen moet de premier de verantwoordelijkheid van de hele regering onder ogen durven zien.

01.11 Eerste minister Guy Verhofstadt (Nederlands): Ik dank de interpellanten om hun hardnekkigheid in dit dossier, want op die manier dragen ze hun steentje bij tot de snelle realisatie van het akkoord van 24 januari 2003.
Op de technische inhoud van het akkoord ga ik nu niet verder in. Dit is immers in het recente verleden al bij herhaling gebeurd.
Het integrale akkoord van 24 januari 2003 moet en zal onverkort worden gerealiseerd. Daarover mag niet de minste twijfel bestaan.
Minister Durant is volop bezig met de uitvoering van het akkoord. De routes over de zuid-, oost- en noordrand zullen operationeel worden op 15 mei. De nieuwe routes, inclusief de op 24 januari besliste uitwaaiering, kunnen namelijk niet onmiddellijk in praktijk worden omgezet: ze moeten altijd eerst aan de internationale instanties worden voorgelegd.
Wat de drie vast te leggen routes over Brussel betreft, moet minister Durant eerst nog enkele technische inlichtingen inwinnen bij onder meer BIAC en Belgocontrol, alvorens de definitieve keuze vast te leggen. De routes over Brussel worden op 12 juni operationeel.
Conclusie: het akkoord van 24 januari wordt onverkort gerealiseerd: een eerste fase op 15 mei, een tweede op 12 juni. Daarmee is de kous echter nog niet af: ook het dossier van de dagvluchten moet zo snel mogelijk worden geregeld.

01.12 Hans Bonte (SP.A): Ik wens te reageren op de engagementen van de premier, niet op de provocaties van een paar collega's. Het akkoord moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Ik betreur dat er een verschillende timing voor de spreiding wordt gehanteerd. De brief van minister Durant zit daar voor veel tussen. We blijven daarom argwanend.

01.13 Eerste minister Guy Verhofstadt (Nederlands): U pleit er toch niet voor dat alles tot 12 juni wordt uitgesteld?

01.14 Hans Bonte (SP.A): Neen. Ik wil enkel duidelijk maken dat de oppositie tegen het akkoord zich in uw regering bevindt. Ik verkies zelfs morgen boven 15 mei. Indien iedereen gedaan had wat van hen verwacht werd, dan had alles op 15 mei in orde kunnen zijn.
Inzake de dagvluchten dring ik aan op snelheid. Ik hoop ik dat de premier dit nauwgezet in de gaten houdt. In de eerstvolgende dagen moeten nog belangrijke beslissingen over de dagvluchten boven Brussel worden genomen. Als blijkt dat minister Durant er opnieuw in slaagt dit uit te stellen, zullen we onze steun aan haar opzeggen en de eenvoudige motie niet goedkeuren.

01.15 Els Van Weert (VU&ID): Ik bewonder het geduld van de inwoners en van de premier. Minister Durant heeft tot op heden het dossier vakkundig gesaboteerd. Ze moet nog altijd een paar zaken ondernemen inzake de routes boven Brussel en op dat punt heb ik alle vertrouwen in haar verloren. De premier zou het dossier zelf in handen moeten houden.
Om deze redenen zal ik een motie van aanbeveling indienen om het ontslag van minister Durant, een snelle en correcte uitvoering van het akkoord, een regeling voor de weekendvluchten en een correcte spreiding van de dagvluchten te vragen.

01.16 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Op 4 februari 2003 zei de premier nog dat hij voor pionierswerk zorgde met betrekking tot de dag- en nachtvluchten. Daar is vandaag nog niet veel van te merken.
De routes voor de noordrand zijn volgens de eerste minister klaar, maar we hebben ze nog altijd niet gezien. De concentratie blijft bestaan tot voorbij Grimbergen, wat betekent dat veel mensen er last van blijven hebben. Ik verwacht niet dat minister Durant over enkele dagen ineens klaar zou zijn met haar werk. De premier mag haar daarom niet langer in zijn ploeg dulden; ze is onbetrouwbaar. SP.A is inconsequent. De heer Bonte zegt dat de oppositie binnen de meerderheid zit, maar de SP.A heeft minister Durant steeds gesteund en zal dat blijkbaar ook blijven doen.
Voor de dagvluchten is er geen enkel perspectief. De premier is de beschermheer van Durant en hij zal daar de bittere vruchten van plukken. Wij dienen een motie in om het ontslag van minister Durant te vragen.

01.17 Frieda Brepoels (VU&ID): Minister Durant is bezig met de uitvoering van het akkoord, maar dan wel tegen haar tempo en met haar inzichten. De regio's zullen verschillend behandeld worden. De spreiding zal niet worden doorgevoerd zoals de premier vroeger schetste.
Zijn de routes voor de noordrand door de volledige Ministerraad goedgekeurd? Hoe kan het Parlement zijn controletaak nog uitvoeren als de voorgestelde timing wordt behouden? De Vlaamse ombudsman had er al in februari moeten zijn, maar daarover wordt met geen woord gerept.
We zullen een motie van aanbeveling indienen met de vraag minister Durant onmiddellijk haar bevoegdheden in dit dossier te ontnemen en naar de situatie van vóór februari 2001 terug te keren.

01.18 Willy Cortois (VLD): De premier heeft namens de regering engagementen aangegaan en ik ben blij dat hij de hulp van het Parlement in de bespoediging van het dossier erkent. Het optreden van minister Durant was en is onbetamelijk.
Voor de dagvluchten moet er dringend een oplossing komen.
Gisteren is duidelijk geworden dat alle partijen vinden dat de hele problematiek mee op tafel zou moeten komen bij de regeringsonderhandelingen.
We zullen een eenvoudige motie indienen die werd ondertekend door VLD, Agalev- Ecolo en SP.A.

01.19 Simonne Creyf (CD&V): Wie is nu eigenlijk de échte baas in dit dossier, minister Durant of premier Verhofstadt? Wie geeft instructies aan Belgocontrol, de Franstalige Brusselaars of de eerste minister?
Men opteert voor de spreiding, maar de routes zullen pas na 12 juni 2003 worden gepubliceerd, als ze al worden gepubliceerd.

01.20 Eerste minister Guy Verhofstadt (Nederlands): Ze zullen tegen 12 juni ingevoerd zijn en dus moeten ze binnenkort gepubliceerd worden. Tussen de publicatie en de uitvoering verlopen altijd ongeveer zestig dagen.

01.21 Simonne Creyf (CD&V): In elk geval scoorde minister Durant bij haar electorale achterban en niet de premier. Wij vragen echter niet haar ontslag. De premier zou haar toch niet ontslaan en wil absoluut blijven regeren tot aan de verkiezingen. Bijgevolg dienen wij een motie van aanbeveling in waarin wij vragen dit dossier aan een regeringslid te overhandigen dat de nachtrust van de noordrand wel ter harte neemt en minister Durant te ontslaan van al haar bevoegdheden in deze.

01.22 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Minister Durant mag niet langer treuzelen. Zij moet het akkoord van 24 januari uitvoeren. Bovendien is dat akkoord slechts een tussenstap. Het dient nadien nog geëvalueerd en aangepast te worden. Komt er eind van de week een regeringsbeslissing daarover?

01.23 Eerste minister Guy Verhofstadt (Nederlands): Er is geen regeringsbeslissing nodig. Minister Durant engageerde zich tegen 12 juni ook het onderdeel over Brussel uit te voeren en daarvoor deze week de definitieve routekeuze over te maken.

01.24 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ik heb het model grondig bekeken. De gedeeltelijke deconcentratie boven de noordrand is geen oplossing. Wat gebeurt er bovendien met de gemiddeld 3,3 vluchten boven Brussel in de periode van 15 mei tot 12 juni 2003?

01.25 Hans Bonte (SP.A): Die gaan naar de Oostrand.

01.26 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Volgens collega Bonte krijgt de oostrand dus meer vluchten vanaf 15 mei.

01.27 Willy Cortois (VLD): Ik overhandig het Daedalus-dossier aan premier Verhofstadt.

Moties

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Een eerste motie van wantrouwen werd ingediend door de heren Jan Mortelmans, Bart Laeremans en Francis Van den Eynde en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hans Bonte, de dames Els Van Weert en Frieda Brepoels, de heren Bart Laeremans en Willy Cortois, mevrouw Simonne Creyf en de heer Lode Vanoost
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt het ontslag van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer, mevrouw I. Durant."

Een tweede motie van wantrouwen werd ingediend door mevrouw Els Van Weert en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hans Bonte, de dames Els Van Weert en Frieda Brepoels, de heren Bart Laeremans en Willy Cortois, mevrouw Simonne Creyf en de heer Lode Vanoost
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt
1.het onslag van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer, Isabelle Durant;
2. de snelle en correcte uitvoering van het nachtvluchtenakkoord van 24 januari 2003;
3. snel werk te maken van een oplossing voor de weekends en een betere spreiding van de dagvluchten."

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Frieda Brepoels en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hans Bonte, de dames Els Van Weert en Frieda Brepoels, de heren Bart Laeremans en Willy Cortois, mevrouw Simonne Creyf en de heer Lode Vanoost
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering
1) onmiddellijk de bevoegdheden van minister Durant op vlak van luchtvaartbeleid in het algemeen en in het dossier van de nachtvluchten in het bijzonder te ontnemen;
2) onmiddellijk terug te keren tot de toestand van voor februari 2001 en over te gaan tot volledige spreiding van dag- en nachtvluchten gezien de voorwaarden van het akkoord van 22 februari 2002 tussen de drie regeringen niet worden vervuld."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Simonne Creyf en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hans Bonte, de dames Els Van Weert en Frieda Brepoels, de heren Bart Laeremans en Willy Cortois, mevrouw Simonne Creyf en de heer Lode Vanoost
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering om het dossier van de nachtvluchten toe te vertrouwen aan een regeringslid die bereid is op een loyale manier een oplossing aan te reiken voor de slapeloze nachten van de mensen in de Noordrand."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Willy Cortois, Jean Depreter en Hans Bonte en mevrouw Liliane De Cock.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.30 uur.